Nederland kwam er tot op heden nog maar bekaaid vanaf met slechts 3 zilveren medailles tijdens de eerste 4 dagen, en een heleboel pech, variërend van koploper coronabesmettingen tot het missende ‘plankje’ van Matthieu van der Poel. Maar vandaag is alles anders en lijkt Team Nederland een historische tussensprint te maken.
De medailleregen begon vannacht om 02.00 uur op de roeibaan waar eerst Lisa Scheenaard en Roos de Jong brons pakten in de dubbeltwee, gevolgd door Melvin Twellaar en Stef Broenink met zilver, eveneens in de dubbeltwee. Daarna waren het de vrouwen vier-zonder die zilver pakten met als klap op de vuurpijl goed voor de mannen dubbelvier.
Vervolgens was het aan de wielrenners. De drie Nederlandse favorieten op de tijdrit maakten hun status dubbel en dwars waar; Annemiek van Vleuten pakte overtuigend goud en Anna van der Breggen legde beslag op het brons.
Voor een verrassing zorgde Tom Dumoulin. Na een seizoen waarin hij aanvankelijk terugtrad en twijfelde over zijn toekomst als profwielrenner, zette hij weer een tijdrit neer waarmee hij aantoonde helemaal terug te zijn. Hij moes alleen Primoz Roglic voor zich dulden en pakte een mooie zilveren medaille.
De nu al 7 medailles op één dag betekent een evenaring van het record uit 1928 toen op 11 augustus het Nederlandse team bij de Spelen in Amsterdam eveneens 7 medailles op één dag scoorden. Overigens bestaat de kans dat het record zelfs gebroken gaat worden omdat vandaag ook de dressuurruiters nog in actie komen.
