Jur Botter: ‘Het was een hele mooie tijd!’ Op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2022 heb ik bekend gemaakt te zullen stoppen als wethouder in Haarlem.
“Dus mijn vertrek is niet echt nieuws.Toch wil ik graag nog wat delen met de stad, die me in de afgelopen jaren zo dierbaar is geworden”, zo begint Jur Botter zijn afscheidsbrief aan alle Haarlemmers.
Jur Botter heeft zich in twee bestuursperiodes met hart en ziel ingezet voor een breed scala onderwerpen: Jeugd en Onderwijs (incl. Cultuureducatie), Overheidsparticipatie, Vastgoed, Bedrijfsvoering, Dienstverlening, WMO en Welzijn, Volksgezondheid, Cultuur en Dierenwelzijn. Zijn aandachtsgebied was Haarlem-Centrum.
“De afgelopen jaren waren heel bijzonder. Na mijn vertrek als wethouder in Bloemendaal had ik nooit meer gedacht een actieve rol te mogen spelen in een publieke functie. Laat staan om wethouder te mogen worden in Haarlem. De hoofdstad van Noord-Holland. Een prachtige historische stad. Het leek een droom en die werd ook werkelijkheid. De eerste twee en een half jaar voelde ik mij als een vis in het water. Kunst, Cultuur en Wmo zaten gegoten als een jas. Vastgoed was lastig, maar kreeg ik steeds meer in de vingers.”
Husselen
“De volgende periode kwam en de portefeuilles werden gehusseld. Op zich goed, maar tegelijkertijd ook ingewikkeld. Iedereen in het college kreeg een “pakket” van een ander. De portefeuille jeugdzorg was regelrecht een heel ingewikkelde. Daar is erg moeilijk eer mee te behalen. Alleen maar tekorten. We zijn in Haarlem van € 28 miljoen uitgaven voor de jeugdzorg in 2015 inmiddels naar € 42 miljoen gegaan aen het einde is nog niet in zicht. Volgens de sector is het nog steeds te weinig”.
Zelfkritisch
“Ik ben altijd heel kritisch op mijzelf en ook op mijn omgeving. Ik ben soms lastig in de omgang omdat ik een uitgesproken mening heb. Ik vind dat partijen waarmee ik werk soms onvoldoende kon doen om mezelf te herpakken en met goede voorstellen te komen. Met name bij de jeugdhulp. Te vaak wordt als oplossing gekeken naar extra middelen vanuit de gemeente, terwijl wij ook bestuurlijk en ambtelijk meer kunnen kijken naar de vraag van nut en noodzaak. Er wordt naar mijn idee onvoldoende samengewerkt tussen de verschillende partners. Dat kan en moet beter. Dat kan mij soms best wel boos maken en dat steek ik ook niet onder stoelen of banken. Voorop staat voor mij dat (kwetsbare)mensen in de samenleving serieus genomen worden en daar moeten wij ons stinkende best voor doen.”
Het allerbeste voor Haarlem en alle Haarlemmers
“Als kind uit een arbeidersgezin strijd ik voor concrete oplossingen en concrete resultaten. Dat neem ik mee in mijn werk. En dat schuurde soms. Van beide kanten. Ik heb me in de afgelopen jaren vaak gesteund gevoeld door heel veel Haarlemmers uit alle wijken, en van alle rangen en standen. Dat heeft me goed gedaan. Dat je weer eens hoort waarom je het allemaal doet.
Het is tijd voor vernieuwing in het stadsbestuur. D66 mag weer een wethouder leveren en daar hoort een nieuw gezicht bij. Zelf kijk ik terug op een mooie periode waarin veel is gelukt. Tegelijk is het besef dat dit werk nooit “af” is. Dat maakt me soms een beetje onrustig, want er is nog zoveel te doen op allerlei plekken in de samenleving. Ik ga dat vast en zeker in een nieuwe rol ergens anders voor elkaar krijgen, daar ben ik vrij zeker van. Eerst een
tijdje met vakantie samen met mijn vrouw.
Ik wens Haarlem en alle Haarlemmers het allerbeste toe!”
