Doodstil… je zou het kunnen zien als een direct gevolg van de intelligente lockdown. Doodstil op de snelweg, het openbaar vervoer, de hotels, vakantieparken, en in heel veel winkels. Doodstil… we worden er op dit moment niet vrolijk van.
(tekst: Wim Meijer)
Hoe anders was dat vandaag 15 jaar geleden toen, op 2 mei 2005, het piepkleine ‘Doodstil’ werd gekozen tot het dorp met de mooiste plaatsnaam van Nederland. Met 49% van de stemmen liet het gehucht in Noord Groningen het Zeeuws-Vlaamse ‘Waterlandkerkje’ (34%) en het Overijsselse ‘Muggenbeet’(11%) ruim achter zich.
70 huizen, 50 auto’s en 5 bromfietsen
Het kan bijna niet anders dan dat dit plaatsje de ultieme plek is om te ontstressen en de hectiek van het dagelijkse leven uit de weg te gaan. En eerlijk gezegd voldoet de entourage van dit piepkleine gehucht volledig aan die verwachting: Het is inderdaad doodstil in Doodstil. Het plaatsje, deel uitmakend van de gemeente Eemsmond, telt 102 inwoners, die met elkaar 70 huizen bewonen en zich weten te verplaatsen met behulp van 50 auto’s en 5 bromfietsen. Gezien de gemiddelde bezetting van 1,5 bewoner per huis, vertaalt het gebrek aan vertier in het stille Groningse zich ook niet in grote gezinnen.
Over de brug
Overigens heeft de naam Doodstil niets te maken met stilte. Niet het gebrek aan geluid, maar de brug over het Boterdiep vormt de inspiratiebron voor de rustgevende plaatsnaam. Hak de naam in twee stukjes en je komt tot ‘doods’ en ‘til’. En een til is een brug.
Volgens het verhaal van de Noord Groningers was er vroeger in Doodstil geen brug maar een pont. Hiermee werden de lijkkisten vanuit het dorp over het Boterdiep vervoerd naar de begraafplaats. Lang ging dit goed, totdat het bootje op een van zijn droeve tochten een onverwachte beweging moest maken, waarbij de overledene met kist en al onder het wateroppervlak van het Boterdiep verdween. Dit onbedoelde zeemansgraf deed de voltallige gemeenschap van het Groningse dorp ertoe besluiten om een brug (een ‘til’) voor de doden aan te leggen: een ‘doodstil’.
Tijd voor een nieuwe verkiezing: Hongerige Wolf, Boerenhol of Sexbierum?
Inmiddels ligt de verkiezing van ‘De mooiste plaatsnaam van Nederland’ al 15 jaar achter ons. Niet dat er in dat anderhalve decennium zoveel veranderd is in het landschap van plaatsnamen, maar het zou wel kunnen dat we ‘anno nu’ tot een heel andere keuze zouden komen. Wat dat betreft: plaatsnamen genoeg, en daar zijn hele mooie en hele leuke bij. Om maar een paar te noemen: Hongerige Wolf (eveneens in Groningen), of Schapenbout (Zeeland), Boerenhol (Zeeland) of het door velen gezien als het Sodom en Gomorra van Friesland, Sexbierum. De naam heeft echter niets te maken met sex, bier en rum maar met de Heilig Sixtus, de 24e Paus van de katholieke Kerk. Het feit dat op de gedenkdag van de Heilige Sixtus traditioneel de wijnranken worden gezegend kan bijna geen toeval zijn.
Scheldewindeke
Gelijktijdig met die verkiezing in Nederland koos men ook bij onze zuiderburen de mooiste plaatsnaam. En daar kwam men tot een winnaar met een bijzonder hoog Suske-en-Wiske-gehalte: “Schellebelle”. Dat klinkt bijna als het tegenovergestelde van Doodstil. De tweede plaats werd ingenomen door “Sint-Job-in-’t-Goor”, een naam waar ik nauwelijks romantische gevoelens bij kan ontwikkelen. Mijn persoonlijke voorkeur gaat dan ook uit naar nummer drie: Scheldewindeke. Vermoedelijk dat men in dit dorpje in Oost-Vlaanderen geniet van een verfrissende Scheldebries. Ik persoonlijk vind het gewoon ‘schetig’ klinken.