Ieder jaar trekken de bloeiende bollenvelden weer vele honderdduizenden bezoekers uit zowel het binnen- als het buitenland. Onnavolgbare kleurenpracht met dank aan die die bollentelers die ons land rijk is. Alleen kan daar dit jaar aanzienlijk korter van worden genoten.
Het meest bekend is de bollenstreek rond Keukenhof in Lisse, Sassenheim, Noordwijk, Hillegom en Haarlem. Maar ga iets meer naar boven, en dan bedoel ik tot boven Alkmaar, dan vind je ook daar talloze prachtige bollenvelden.
Wat ieder jaar voor deze regio’s een zegen is, is de komst van het massatoerisme. Alleen gaat dat dit jaar niet op. Door het risico op coronabesmetting weren de bollenstreken nu de bezoekers. Dit vooral na Pasen, toen toch te veel mensen zich verzamelden tussen de bollen.
Daarom hebben de kwekers besloten om, eerder dan normaal, de bloeiende tulpen te ‘koppen’.
Het koppen van tulpen gebeurt ieder jaar. Als de tulp voldoende zonlicht heeft gevangen gaat zijn kop eraf. Via het blad krijgt de tulp dan nog voeding voor de bol, maar het aanmaken van zaad is stopgezet. De bollenkweker garandeert daarmee een voldoende groei voor zijn bollen. In gewone jaren wil de kweker de bloemen nog wel wat langer laten bloeien, omdat het plaatje zo aantrekkelijk is. Door nu al te beginnen met koppen, kiezen de kwekers ervoor de streek snel minder kleurrijk te maken en daarmee onnodig bezoek te voorkomen.
