Vandaag 75 jaar geleden, op 30 december 1947, overleed Han van Meegeren, de absolute meester op het gebied van de ‘oude meesters’, die zich ontwikkelde tot de grootste kunstvervalser die ons land ooit heeft gekend. Want ja, wat doe je als jouw vaardigheden als schilder niet onderdoen voor die van Rembrandt, Frans Hals of Vermeer, maar je toch niet serieus wordt genomen? Dan ga je schilderen onder andermans naam, en wordt een 'echte Van Meegeren' opeens een nieuw ontdekte 'Vermeer'.
(tekst: Wim Meijer)
Niets met stenen
Als het aan vader van Meegeren had gelegen dan had zijn zoon, Han, zich ontwikkeld tot een gerespecteerd architect. Een studie bouwkunde aan de Technische Hogeschool van Delft moest de ideale basis vormen voor een dergelijke carrière. Han van Meegeren bleek echter niet veel te hebben met stenen, architectuur en bouwkunde. En na zes jaar gaf hij de brui aan de door zijn vader voor hem gekozen studie en stortte zich met volle overgave in de wereld van de kunst.
Oude meesters achterhaald
Vanaf zijn 24e ontwikkelde hij een bijna ongeëvenaarde vaardigheid in tekenen, schilderen, etsen en aquarelleren, vooral in de stijl van de Nederlandse oude meesters. Probleem was echter dat er in die eerste helft van de twintigste eeuw blijkbaar geen belangstelling meer was voor die schilderstijl. Wel voor de ‘echte’ Oude Meesters, maar niet meer voor nieuwe schilders met deze ‘achterhaalde’ stijl. Het leverde hem dan ook vernietigende reacties op van de kant van de gerenommeerde kunstcritici.
Teruggetrokken in kasteel
Han van Meegeren trok zich deze kritieken zo aan, dat hij zich uiteindelijk uit Nederland terugtrok en zich in de tweede helft van de dertiger jaren vestigde in een kasteel nabij Nice. Daar weerde hij iedere bezoeker, terwijl hij zich nog nadrukkelijker toelegde op het perfectioneren van het schilderen van oude meesters.
Ondanks het feit dat van Meegerens schilderwerk onder eigen naam geen grote populariteit genoot, kon hij er blijkbaar toch goed van leven, want toen hij in 1945 plotseling ongewild de publiciteit haalde, bleek hij in grote luxe te leven in het Roode Huys aan de Keizersgracht.
Verkocht aan Herman Göring
De plotselinge bekendheid van Han van Meegeren in 1945 zou niet te danken zijn aan zijn eigen schilderwerk, maar aan een schilderij dat hij voor Hfl 1.650.000,- had verkocht aan de Duitse Nazileider Herman Göring. Het ging om het schilderij ‘Christus met de overspelige vrouw’ van (zoals men toen nog dacht) Johannes Vermeer. Het schilderij was na de capitulatie van de Duitsers door de geallieerden ontdekt in een zoutmijn in Oostenrijk, waar de nazi’s veel van de door hen ‘geroofde’ kunstschatten hadden opgeslagen.
Van verdacht van collaboratie tot volksheld
Van Meegeren kon de herkomst van het schilderij niet verklaren en werd er door de Nederlandse autoriteiten van verdacht dat hij gecollaboreerd zou hebben met de Duitsers. Omdat hierop de doodstraf kon staan, besloot van Meegeren toe te geven dat het schilderij geen Vermeer was, maar een vervalsing, door hem zelf geschilderd.
Om te bewijzen dat hij hiertoe inderdaad in staat was, liet men Van Meegeren onder toezicht nòg een vervalsing maken. Dit werd: Christus in de Tempel. Hiermee overtuigde hij een ieder, waarna hij in de ogen van het Nederlandse volk opeens veranderde van mogelijke landverrader tot een nationale held, die het had aangedurfd om de nazi’s voor meer dan anderhalf miljoen op te lichten met een vervalst schilderij.
12 vervalsingen, 10 miljoen gulden
Deze euforie zou echter niet lang duren. Want met zijn bekentenis werd ook duidelijk dat het vervalsen niet beperkt gebleven was tot die ene ‘Vermeer’ uit de collectie van Herman Göring. In de rechtszaak die volgde gaf hij toe dat ook de in 1938 ontdekte, en door Museum Boymans van Beuningen voor 540.000 gulden aangekochte ‘Vermeer’ de Emmaüsgangers een kunstwerkje was van zijn hand.
In totaal bekende hij het vervalsen van 12 kunstwerken, waarmee hij naar schatting 10 miljoen gulden verdiende.
Levenslang
In november 1947 werd Han van Meegeren veroordeeld tot één jaar gevangenisstraf. Het zou voor hem echter ‘levenslang’ betekenen, want een maand later, op 30 december 1947, overleed hij plotseling als gevolg vaneen hartinfarct. Hij was toen 58 jaar oud.
Dit betekende het einde van een kunstenaar die nooit gezien werd zoals hij gezien wilde worden: als een waar kunstenaar die kon wedijveren met de ‘oude meesters’ met als enig verschil een tijdspanne van enkele eeuwen.
Om critici de mond te snoeren
Nooit had hij de geschiedenis in willen gaan als die meester-vervalser. Met zijn eerste vervalsing ‘de Emmaüsgangers’ wilde hij eigenlijk alleen maar de mond snoeren van al die kunstcritici, die zo negatief deden over zijn werk. Als ze er allemaal ingetrapt zouden zijn, zou hij de vervalsing opbiechten. Het gezichtsverlies van de kunstcritici zou zijn triomf zijn. Het liep anders. Toen Dirk Hannema, de toenmalig directeur van Museum Boymans van Beuningen, 540.000 gulden betaalde voor ‘de Emmaüsgangers’, realiseerde Van Meegeren zich dat het schilderen onder andermans naam wel eens heel lucratief kon zijn. Hij maakte er zijn specialiteit van.
Dat zijn werk, vervalsingen of niet, ook na zijn dood volop de belangstelling trok bleek in 1950 bij de veiling van zijn nalatenschap: