Deze week, om precies te zijn gisteren, 9 oktober, was het 45 jaar geleden dat de, zoals hij zichzelf noemde, Franstalige Vlaming, en bovenal begenadigd chansonnier, componist en tekstschrijver Jacques Brel in het Hopital Franco-Musulman in Bobingny bij Parijs overleed aan de gevolgen van longkanker.
(Tekst: Wim Meijer)
Dat een carrière als directeur van de fabriek van zijn vader er voor Jacques Brel niet inzat bleek al snel. Al op 24-jarige leeftijd volgde hij zijn dromen, nam het leven in eigen hand en trok naar Parijs waar hij drie jaar lang, avond aan avond, zijn chansons zong op soms wel vier verschillende locaties per avond, in de hoop te worden ontdekt. De doorbraak zou echter niet een gevolg zijn van zijn Parijse avontuur maar van zijn optreden in het voorprogramma van de Belgische zanger Bobbejaan Schoepen in de Brusselse Ancienne Belgique.
Kort na deze optredens veroverde hij de muziekwereld met zijn eerste grote hit ‘Quand on n'a que l'amour’, waarvoor hij in 1956 de Grand Prix du Disque kreeg.
Ne me quitte pas
Vanaf dat moment was het succes van Brel niet te stoppen en werd hij al snel in één adem genoemd met grootheden van het Franse chanson zoals George Brassens, Gilbert Bécaud en Charles Aznavour. Legendarische nummers volgden elkaar op zoals Dans le port d’Amsterdam, La Valse a Mille Temps, Marieke, Bruxelles, La Chanson des Vieux Amants, Madeleine en zijn allergrootste muzikale nalatenschap en talloze malen gecoverde ‘Ne me quitte pas’.
Ongezonde leefstijl
Zijn succes hield ook in dat hij zich moest overgeven aan een moordend leefschema met gemiddeld 300 optredens per jaar, veel slaaptekort en dat gecombineerd met veel roken en alcohol. Het bleek een levensstijl die weinig garantie bood op een lang leven. Maar je kunt je afvragen of Brel dat ook wel nastreefde. Alles leek erop dat de intensiviteit van leven voor Brel aanzienlijk belangrijker was dan de duur, en dat het beeld van ‘oud zijn’, zoals hij dat schetste in zijn nummer ‘Les Vieux’, hem weinig aantrok.
Laatste concert na 10 jaar
Toch bracht de intense druk van de vele optreden hem ertoe om al na 10 succesvolle jaren op 16 mei 1967 zijn laatste concert te geven. Als reden gaf hij op dat hij bang was om zijn artistieke scherpte te verliezen. Daarbij wilde hij meer tijd hebben voor ‘andere dingen’. Die andere dingen waren onder andere het bewerken van de musical 'De man van la Mancha’ voor het Franse toneel, waarin hij zelf de hoofdrol speelde. Daarnaast acteerde hij in enkele films en ging ook op de regisseurstoel zitten. Dit leverde echter weinig succes op.
Hiva Oa
Toen in 1974 bij Brel longkanker werd geconstateerd behaalde hij het diploma van zeezeiler aan de Oostendse Zeevaartschool, en kocht een 18 meter lange driemaster, de Askoy, waarmee hij met zijn geliefde Maddly Bamy de wereld rondvoer tot aan het eiland Hiva Oa, een van de Markiezeneilanden. Daar kocht hij een huis en vestigde zich op het eiland voor de laatste jaren van zijn leven. Voor zijn overlijden liet hij in 1977 echter nog één keer artistiek van zich horen met een nieuw album met daarop onder andere het nummer dat breed wordt gezien als zijn afscheidslied 'Voir un ami pleurer’.