,,Kijk, eerst had ik deze eruit en toen deze." Voor ik het weet sta ik het gebit van een zesjarige spring-in-het-veld te bestuderen.
Ik steek mijn duim op omdat ik niet weet of ik daar een echt compliment voor moet geven en omdat een ander meisje mijn aandacht opeist door aan haar tand te wiebelen. ,,Deze zit los", ze haalt slissend een teug lucht naar binnen, ,,en deze twee zijn er al uit."
Ik heb me nog niet eens aan ze voorgesteld toch ben ik al interessant genoeg om even te pochen over het tandverlies.
Omgekeerd
Afgelopen week heb ik drie keer voorgelezen op basisscholen in het kader van de Nationale Voorleesdagen. Ik las voor uit mijn laatste boek 'Opsekopse wereld', waarin kleuter Siem samen met zijn opa een dag lang de dingen precies omgekeerd doet dan hoe ze horen. Op sommige scholen zaten we met drie klassen tegelijk, hoezee! Onderdeel van het programma was mijn Opsekopse workshop, waarmee ik de groep net zo lang op zijn kop zette totdat de kinderen allemaal Opsekopse kinderen waren geworden. De kleuters vonden het geweldig en de groepen drie misschien nog wel leuker. Die bleven er in hangen en kwamen met de leukste ideeën.
Bij het schrijven van een boek probeer ik door de ogen van mijn doelgroep naar de wereld te kijken. In dit geval vier- tot en met zeven-jarigen. Wat zijn de thema's? Waar moeten ze om lachen (voornamelijk poep, snot en pies) en wat is er spannend?
Wat een fijne bevestiging dat deze wiebelige wurmen inderdaad smakelijk konden lachen om mijn 'hondendrollen-ruiken-heerlijk-grapje' en hun adem inhielden bij een boze oma. Ze waren nog Opsekopser dan ik me had ingebeeld en deden juichend en al neeknikkend en jaschuddend mee aan de workshop.
Maar wat niets met het verhaal te maken had, waren de tanden. Of liever gezegd de fietsenstallingen. En dit gebeurde niet één keer, nee ik heb in elke klas gebitjes bekeken. Waarom? Is dit een teken? Moet ik nu over een chaotische tandenfee gaan schrijven? 'Ti-ta-tand is weg', of over 'De narrige tand van Nellie Nijlpaard?'
Verband
Ik stond dus in dat klaslokaal, terwijl de kinderen de instructie hadden op te ruimen omdat er bezoek was gekomen (ik) en de helft van de kinderen voor mijn neus bleef dwalen. Toen kwam ik erachter dat het misschien toch niet helemaal om de tanden te doen was. Want Jetje, die er geen tand uit had, begon aan mij te vertellen dat Juultje haar voet tussen de spaak had gekregen en dat daar verband om moest. Mijn gezicht vertrok en ik zocht naar het vermeende verband. ,,Een kéér", vulde Juultje aan, die zonder een mank voetje naar de kast liep om haar puzzel op te ruimen. ,,Dat is wel heel naar zeg, dat dat een keer is gebeurd", zei ik.
Jetje knikte serieus. Het drong tot me door dat ze nu aandacht had gekregen via de misère van Juultje. Een ander kind vertelde dat zijn broertje in het ziekenhuis had gelegen met een ontsteking en ik raakte ervan overtuigd dat ze een principe toepasten van 'drama doet 't'. Ik snapte niet goed hoe ik dit over mezelf had afgeroepen door alleen maar met mijn gekke kinderboek het klaslokaal in te stappen.
Een ander meisje liet me zien hoe ze met haar beer knuffelt en zei dat ze die vandaag mee naar school mocht omdat haar opa ziek is. Heb ik dan mijn kinderpsychologen-energie om me heen hangen? Doe ik maar net alsof ik daarnaast een lollige schrijfster ben? Een kind hou je niet voor de gek, toch? En ik had mezelf tenslotte moed in moeten spreken dat ik heel goed in staat was een feestje te bouwen met die kinderen.
Winnaar
De juf klapte in haar handen ten teken dat het opruimen klaar moest zijn. Ik pakte het boek erbij en zag de gezichtjes oplichten. ,,Ik ben bijna jarig", riep er eentje. ,,En ik ben 6 maart jarig", riep een ander en de winnaar was een klein kereltje dat morgen al jarig zou zijn. Maar Jetje had nog een troef en zei me met haar liefste lach dat ik zulke mooie schoenen aan had.
Ik sloeg het boek open en voelde me lichter omdat ik snapte wat er gebeurde. Het gaat niet om drama, maar zoals bij alles en iedereen om pure en unieke aandacht. Zie mij! Zie mij!